De Droge Veluwe
Een uitzonderlijke zomer
Het kan u niet zijn ontgaan: de zomer van 2018 is uitzonderlijk warm en vooral droog. Vanaf april heeft het nauwelijks geregend, en de temperatuur kwam meermalen boven de 35 graden. Het uitblijven van neerslag in combinatie met hoge temperaturen heeft tot grote droogte geleid, ook in Het Nationale Park De Hoge Veluwe.
De naam van het Park zegt het al: het ligt hoog op de Veluwe, en dat betekent dat het grondwater op de meeste plaatsen zeer diep zit, waardoor de begroeiing voor de watervoorziening afhankelijk is van regenwater. Klimaatdeskundigen zien het weer van deze zomer als een voorbeeld van hoe ons klimaat zich in de nabije toekomst zal gaan gedragen: hogere temperaturen en lange periodes van zomerdroogte. Wat betekent dit voor het Park?
Effecten van droogte
Planten en dieren hebben water nodig om te kunnen leven. Periodes van droogte komen geregeld voor, en planten hebben allerlei manieren ontwikkeld om met korte of langere droogteperiodes om te gaan. Zo kunnen planten simpelweg de huidmondjes op hun bladeren sluiten. Dit zijn hele kleine openingen in het blad waardoor zij CO2 uit de lucht opnemen om te kunnen groeien. Nadeel is dat ze daarbij meteen ook veel water verliezen uit hun blad. Om dat laatste te voorkomen sluiten ze bij droogte hun huidmondjes, maar dat betekent dat ze dus ook tijdelijk stoppen met groeien omdat er geen CO2 meer het blad binnen kan. De meeste planten in het Park zijn aangepast aan periodes van droogte, en overleven prima als het een paar weken niet regent.
Als de droogte lang aanhoudt, zoals dit jaar, hebben planten nog een andere strategie: het blad laten vallen. Als de boom geen bladeren meer heeft, verliest hij ook geen water meer door verdamping. Dit gebeurde ook op grote schaal deze zomer, waardoor het in juli al herfst leek. Afhankelijk van de droogtegevoeligheid zagen we boomsoorten zoals de krent, de lijsterbes en de berk in juli snel verkleuren en uiteindelijk ook hun blad verliezen.
Gevolgen van droogte
Wie nu door het Park fietst kan met eigen ogen de directe gevolgen zien van de huidige droogte. Veel bomen hebben dorre bladeren of zijn zelfs geheel kaal, alsof het winter is. Een aantal van deze bomen zal hierdoor sterven, maar lang niet allemaal. Bomen zijn taaie rakkers, en hebben al knoppen aangelegd voor het volgend jaar. Het is dus te verwachten dat veel bomen zich volgend jaar weer zullen herstellen (en wellicht zelfs dit jaar nog wel wat nieuw blad maken als de regens weerkeren).
Als u goed oplet kunt u ook zien dat de gevolgen heel sterk variëren. De meeste grote bomen hebben schijnbaar nergens last van en zijn nog diepgroen: zij hebben grote wortelsystemen waarmee zij water kunnen vinden op grotere diepte. Kleine bomen hebben kleine en vaak slechts oppervlakkige wortels, waardoor zij sneller een watertekort ondervinden. In sommige delen van het Park zie je veel meer verdorde bomen en planten dan elders. Dat heeft te maken met verschillen in de bodem. In bodems waarin veel organisch materiaal en leem zit wordt meer water opgeslagen dat beschikbaar is voor de planten. In bodems van stuifzandgebieden wordt veel minder water vastgehouden en heeft de vegetatie veel sneller een tekort aan water.
De toekomst
Periodes van langdurige droogte zullen naar verwachting in de toekomst veel vaker voorkomen. Dit zal gevolgen hebben voor de natuur in Nederland, en dus ook voor het Park. Soorten die goed zijn aangepast aan droge omstandigheden, zoals de grove den of buntgras, zullen zich goed kunnen handhaven. Maar soorten die niet goed overleven bij grote droogte, zoals de beuk en de lariks, zullen het steeds moeilijker gaan krijgen en misschien zelfs wel verdwijnen. Ook de nattere delen van het Park, zoals het Deelensche veld, zullen steeds vaker plaatselijk verdrogen, wat grote gevolgen kan hebben voor de daar aanwezige soorten, zoals de klokjesgentiaan en het daarvan afhankelijke gentiaanblauwtje. Hoe snel deze veranderingen gaan plaatsvinden weten we niet, evenmin als wat er voor in de plaats gaat komen. Maar dat dit gevolgen gaat hebben staat vast. Door in het Park een zo divers mogelijke vegetatie in stand te houden kunnen die gevolgen zo goed mogelijk worden opgevangen.
Door Jan den Ouden, adviescommissie natuurbeheer