Pleegakkers in het Park
In Het Nationale Park De Hoge Veluwe zijn een aantal zogenaamde pleegakkers, die jaarlijks worden ingezaaid met akkerkruiden en gewassen die vroeger in deze streken voorkwamen, zoals boekweit, rogge, haver gerst en soms tarwe. Daarnaast word er een zonnebloemmengsel toegevoegd.
De bemesting van de akkers bestaat uit ruige stalmest die slechts om de 2 á 3 jaar wordt gestrooid. Waarom we dit doen? Om de akkers voor het bodemleven, de insecten, vogels en zoogdieren weer aantrekkelijk te maken.
Wat zijn pleegakkers?
Voor het Park houdt een pleegakker in, dat er akkerkruidensoorten worden ingezaaid die enorm bedreigd worden, of soms zelfs bijna verdwenen zijn, van de akkers op de gehele Veluwe. Voor veel van de soorten die we inzaaien is het spreekwoordelijk 2 voor 12, wat betekent dat als we niks doen, deze soorten definitief zullen verdwijnen.
Praktisch betekent het dat we binnen het Park op zoek moesten naar oude akkers die vele jaren niet meer waren benut, in verval geraakt of als wildweide hebben gefunctioneerd. Voor deze zoektocht gaven oude beheerkaarten van vele jaren terug soms uitkomst. Er was wel een belangrijke voorwaarde; het mochten in geen geval akkers zijn geweest die we al vele jaren inzaaiden met akkerkruiden, omdat dit reguliere zaad wereldwijd zijn herkomst kan hebben. Dit zou als gevolg kunnen hebben dat er zaad in de bodem zit wat weer ontkiemt, en zich kruist met de juist gewenste inheemse kruiden. Zaad uit onze eigen streken is tegenwoordig namelijk praktisch niet te koop en wordt voor regulier gebruik nauwelijks gebruikt.
Zaadbank voor zeldzame akkerkruiden
Met de provincie Gelderland is er een plan gemaakt om bij de Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) akkers te beheren en de zeldzame akkerkruiden te zaaien en te oogsten, om zo een zaadbank te creëren. Het zaad is bijeen gezocht door enkele mensen die nog wat plekjes in Gelderland en Brabant wisten waar het te vinden was, op die manier proberen we de soorten te behoeden voor uitsterven.
De pleegakkers in het Park zijn afgelopen najaar ingezaaid met winterrogge, dit heeft het voordeel dat het door zijn manier van groei niet-gewenst onkruid -zoals kweekgras- kan onderdrukken. Later in het najaar zijn de akkerkruiden die in dit gebied thuis horen gezaaid.
Voor de liefhebbers, de soorten die ingezaaid zijn: glad biggenkruid, korensla, valse kamille, akkerleeuwenbek, akkerviltkruid, smal streepzaad, slofhak, geel viltkruid, akkerviltkruid en bleekgele hennepnetel. Verder is er nog een basismengsel gebruikt waar onder andere korenbloem in zit.
In de late nazomer zal het zaad geoogst worden, geschoond (vrij gemaakt van ongewenste soorten), gedroogd en bewaard worden, zodat we voor volgend jaar weer zaad hebben in de zaadbank. De zaadbank is erg belangrijk voor de diverse soorten akkerkruiden en er zal door de TBO’s graag gebruik van worden gemaakt. Ook zal er waarschijnlijk op de akkers zelf zaad op de bodem vallen. Om dat zaad volgend jaar een goede kans te geven tot ontkiemen, gaan we de pleegakkers niet ploegen, maar met een schijveneg bewerken.
Dit jaar zijn de vier akkers in het Park goed te herkennen aan de winterrogge. Tussen de rogge zullen de akkerkruiden zich kunnen ontwikkelen en uiteindelijk geoogst worden. Er is inmiddels alweer korensla gezien op een akker!