Nieuws van boswachter Henk Ruseler: januari
Tussen het moment dat ik mijn blog schrijf en het tijdstip dat u hem onder ogen krijgt, zitten deze keer drie feestdagen en zijn we inmiddels 2020 binnengewandeld. Hopelijk hoeft u niet te bekomen van kerststress. Is dit toch wel het geval? Ga vandaag of morgen dan nog de natuur in en geniet van de rust en de ruimte. Het Park opent de komende 366 dagen zijn poorten weer voor u.
Wellicht heeft u zich in de aanloop naar die feestdagen net als ik weer verbaasd over de ongekende overvloed aan producten die in de schappen van de supermarkten lagen. Al dan niet voorzien van een actiesticker of feestelijke verpakking, schreeuwend om in onze winkelwagens gelegd te worden. En ik heb mijn medelanders tijdens één avondopenstelling van de supermarkt mogen observeren. Met een fanatisme van een vos in een kippenren heb ik ze bezig gezien om hun winkelwagens tot over de rand toe te vullen.
Tja, wij mensen zijn meesters in het bunkeren, en zeker rond de feestdagen. Maar hoe verantwoord is dit?
Wilde dieren bunkeren alleen wanneer er een noodzaak voor is. Om met een goede vetreserve de winter te trotseren slaan zij ruim vóór onze feestdagen hun slag en dit is ieder jaar rond mijn woning goed te bespeuren. Zo inspecteert de havik als bedreven jager van de schemering bij ieder ochtendgloren of avondstond mijn tuin en o wee wanneer mijn kippen vrij rondlopen: dan is er een gerede kans dat het gescharrel van één van hen eindigt in de klauwen van deze roofvogel.
Minder bloedig is de vraatzucht van de das die, op zoek naar larven van de meikever, mijn hele gazon omwroet of van de opportunistische vos die, omdat hij evenmin als de havik bij mijn kippen kan komen, tot aan mijn voordeur komt om kattenbrokjes te jatten.
Dat mijn tuin zelfs in de herfst een favoriete groentewinkel voor edelherten is, wist ik al geruime tijd. Maar pas onlangs kwam ik erachter dat zij verzot zijn op de twijgen van mijn olijfboom. Volledig gesnoeid stond het boompje er op een ochtend in november bij. Het nachtelijk bezoek van de edelhertenfamilie was door de in mijn tuin opgestelde cameraval vastgelegd (zie het beeld bovenaan deze blogpost).
Maar toch nog even terug naar mijn kerstdiner. Overdadig is die niet geweest, wel ecologisch verantwoord. Hoewel niet dagelijks, eet ik nog steeds vlees en koop dit altijd bij een biologische slager of nog beter, ik kies voor wild uit mijn eigen achtertuin. En zo werd het deze kerst geen scharrelkip of insecten die met hun 3 CO2- equivalent per kilo wel heel verantwoord zijn, maar in het kader van eten en gegeten viel mijn keuze op edelhertenbiefstuk. Of dit dier ook daadwerkelijk aan mijn olijfboom heeft staan snoepen, dat denk ik niet. Maar wat ik wel weet is dat de structuur en de smaak van wild uit de vrije natuur vele malen verfijnder is dan van het wild dat je in de regel bij de poelier of supermarkt koopt. Je proeft het verschil tussen een dier dat zijn voedsel zoekt op enkele hectares weide van een wildfarm of heeft kunnen zwerven over duizenden hectares met een de keuze uit een gevarieerd menu.
Naast de smaak is het eten van wild ook nog eens gezonder dan vlees dat is geproduceerd bij gangbare veeteeltbedrijven. Het vlees van wild is mager en bevat weinig vet, waarvan het grootste deel onverzadigd vet is. De dieren krijgen geen antibiotica en worden niet gevaccineerd. Verder bevat het vlees veel ijzer, eiwitten, zink en vitamine B.
Ook wanneer je kijkt naar duurzaamheid dan scoort het vlees van een wild edelhert erg goed. Met 11 CO2-equivalent is het ruim twee keer zo milieuvriendelijk als dat van scharrelrund.
Al met al zou je dus denken dat het eten van wild steeds geliefder is geworden, maar helaas beperkt die populariteit zich in Nederland toch nog vooral tot de periode rond de kerstdagen en dat is jammer.
De afschotperiode voor edelherten, wilde zwijnen en moeflons verschilt iets per diersoort, maar valt ruwweg tussen 1 juli en 15 februari. Al het geschoten wild wordt volgens de wettelijke richtlijnen gekeurd en door een deskundige slager geslacht en verwerkt. Daarna is het vlees van edelhert, wild zwijn en moeflon bijna het gehele jaar in onze Parkwinkel en Parkrestaurant beschikbaar.
Op het moment dat ik deze blog schrijf is het totale afschot voor ongeveer driekwart gerealiseerd. Van het toegewezen aantal van 171 edelherten zijn er 135 geschoten, bij de wilde zwijnen is het resultaat 267 van de 360 en bij de moeflons zijn 47 van de toegewezen 69 exemplaren geschoten.
Het mag iedereen duidelijk zijn dat het afschot niet gebeurt voor het vlees, maar onderdeel uitmaakt van het beheer in het Park. Het draagt bij aan een goed evenwicht tussen de verschillende wildstanden en de andere beheerdoelen zoals biodiversiteit, natuurlijke bosontwikkeling, veiligheid en dierenwelzijn.
Dat dit beheer een eerlijk stuk vlees oplevert is een mooie bijkomstigheid. Dus wanneer u nog niet geheel bent overgestapt naar vegetarische maaltijden, mag ik u in mijn eerste blog van 2020 tot een goed voornemen verleiden en u vragen om eens wat vaker een verantwoord stukje wild van De Hoge Veluwe te eten.
Ik wens u een voorspoedig en gezond 2020.