Nieuws van boswachter Henk Ruseler: mei

Maandag 26 april 2021

“Wij maken grote reizen om dingen te zien waarop wij in onze woonplaats geen acht slaan” Gaius Plinius de Oudere, Romeins militair, letterkundige en amateurwetenschapper wist het al in de eerste eeuw na Christus te vertellen. Een constatering waar je, zo is mijn ervaring, na vele reizen en het klimmen der jaren vanzelf achter komt.

Natuurlijk blijft het een prachtige bezigheid om ervaringen op te doen, nieuwe landen en culturen te ontdekken en de geest te verrijken, maar uiteindelijk ga je beseffen dat het rustgevende moment en de verbazing vanwege de schoonheid om je heen niet afhangen van het aantal kilometers dat je in het vliegtuig hebt gezeten.

Met dit gegeven en de vakantieperiode in het achterhoofd wil ik u graag drie reisdoelen beschrijven. Plekken van rust en weidse uitzichten, of zomaar een bijzondere plek ergens op ons Nationale Park De Hoge Veluwe om de waan van alledag te ontvluchten en met een beetje geluk, oog in oog te komen met de wilde bewoners van het Park.

De Eikenhoutbergen
Op amper tien minuten wandelen vanaf de T- kruising Kemperbergweg en de Karitzkyweg liggen de Eikenhoutbergen. Ingesloten tussen de heidevelden van het Braamsveld en de Duitse nalatenschap uit '40-'45 dat tegenwoordig als vliegbasis Deelen op de kaart staat. Zoals de naam al doet vermoeden is dit gebied geaccidenteerd en vooral begroeid met eiken. Een mooi oud stuifduingebied dat in schril contrast afsteekt met het biljartlaken buiten ons raster. De eikenstruwelen van vroeger zijn na het beëindigen van de eikenhakhoutcultuur uitgegroeid tot de bossen zoals die wij nu kennen, en die ook zo karakteristiek zijn voor gebieden als Hoog-Baarlo en de Franse berg. Een wandeling naar en langs de Eikenhoutbergen biedt u niet alleen kans om een adder, gladde slang of zandhagedis te zien die langs de Karitzkyweg in de hei ligt te zonnen, maar de oplettende wandelaar valt het ook op dat er aan de buitenrand van de Eikenhoutbergen vreemde inhammen te zien zijn. Stille getuigen uit de bezettingstijd want na confiscatie op het amper vijf jaar oude Nationale Park De Hoge Veluwe werd dit gebied onderdeel van Fliegerhorst Deelen. Verscholen tussen het eikenloof werden er verschillende hangars gebouwd. Schuilplaatsen voor jachtvliegtuigen en bommenwerpers die via de ook nog in het terrein zichtbare rolbanen op weg gingen voor hun destructieve tochten in Europa.

Met uitzondering van oefenvluchten van de Luchtmobiele Brigade is het oorlogsgeweld in en rond dit gebied verstomd en zijn het de boompieper, fitis, gekraagde roodstaart en nog zo’n vijfendertig andere broedvogelsoorten die hier in het voorjaar de boventoon voeren. Om de sfeer van de Eikenhoutbergen te proeven zijn verschillende paden beschikbaar om een rondwandeling te maken. Zoek langs de Karitzkyweg een plek op met uitzicht over het Braamsveld en het frisse groen van eik en bosbes doet de rest. U bent niet de enige die van dit gebied geniet, want reeën en een kleine populatie van zo'n vijftig moeflons weten de Eikenhoutbergen ook zeker te waarderen.

De Pollen
Hoewel minder dynamisch dan langs de grote rivieren, zijn ook de landschappen op de hoge zandgronden aan verandering onderhevig en treedt er net als bij ons een soort veroudering op. Weliswaar veel langzamer, maar door opeenvolging van vegetatietypen – successie – krijgt het landschap steeds een ander uiterlijk. Wij grijpen zelf naar smeersels of stappen voor een drastischer aanpak naar een plastisch chirurg wanneer de veroudering ons niet aanstaat, maar iets vergelijkbaars doen wij ook wanneer dit bij landschappen het geval is. Een mooi voorbeeld waarbij een landschap in een periode van veertig jaar een aantal facelifts heeft ondergaan is de Pollen; het stuifzandgebied westelijk van de Wildbaanweg. Ten tijde van de Kröllers bestond het gebied vooral uit stuifzand met hier en daar een aanzet tot bosvorming, dat zich ook na 1935 uitbreidde en uitgroeide tot de bossen waar ik in mijn jeugdjaren doorheen struinde. Een heuvelachtig terrein met her en der kleine heideveldjes omsloten door mooie vliegdennen, zoals je die in het gehele middengedeelte van het Park vindt.

In de zeventiger jaren werd besloten dit bos te kappen om zo een heidelandschap te laten ontstaan. Het Pollenbos werd hierdoor een Pollenvlakte. Behalve een enkele heidestruik waren het echter vooral berken die zich er massaal vestigden, dus omwille van het gewenste open heidelandschap werden deze bomen in de tachtiger jaren weer verwijderd. De berken zijn daarna nooit meer zo massaal opgekomen en de heide kreeg tot 2001 kans om zich verder te ontwikkelen. In het kader van soortenbescherming en grootschalig herstel van stuifzand ging het gebied op dat moment wederom op de schop. Op De Hoge Veluwe was het areaal stuifzand drastisch afgenomen, zodat besloten werd om een oud stuifzandgebied te herstellen. Bij de Pollen was een grote hoeveelheid verstuifbaar zand aanwezig maar dat moest daarvoor wel worden blootgelegd. Van zestig hectare werd de toplaag afgegraven en een bos ten zuidwesten werd gekapt. Na bijna honderd jaar kreeg de wind weer vrij spel en De Hoge Veluwe een actief stuifzand terug.

Langs het fietspad of aan de Wildbaanweg kunt u bij stevige wind de dynamiek van het stuifzand het best ervaren: u wordt op die momenten eenvoudigweg gezandstraald. Gelukkig is de atmosfeer in dit jaargetijde minder onbesuisd; wandelend in de voorjaarszon langs of door het gebied ziet u hoe oude duinen zijn afgevlakt en nieuwe ontstaan. Laat u opwarmen door het zand, dwaal in gedachten terug naar een periode waarin de Veluwe voor zeventig procent uit woestijn bestond en het doorkruisen ervan niet zonder gevaren was. Het stuifzand De Pollen; ruim twintig jaar geleden gereconstrueerd vanaf de tekentafel is nu overzichtelijk, het blonde zand onder Hollandse wolkenluchten is uitnodigend om ergens neer te vlijen en te luisteren naar de tientallen veldleeuweriken.

 

Oud-Reemsterzand
Er zijn delen van het Park die meer doen denken aan een Oost-Afrikaanse savanne dan zomaar een plek in eigen land. De laatste van de drie Hoge Veluwe reisdoelen is typisch zo’n gebied; het Oud-Reemsterzand. Om er te komen moet er beslist langer gewandeld worden dan bij de voorgaande plekken, maar wanneer u er eenmaal bent dan zult u ervaren dat het beslist een stevige wandeling waard is. Het Oud-Reemsterzand is een zogenaamde uitgestoven laagte, dit wil zeggen een stuifzand- of uitstuivingsgebied waarbij de zandverplaatsing tot stilstand kwam doordat de verstuifbare zandvoorraad op raakte. Samen met de voormalige stuifzanden ten zuidwesten van De Hoge Veluwe was het Oud-Reemsterzand leverancier voor de opbouw van de Pollen en nog indrukwekkender, het stuifduincomplex bij de Franse berg. Nu zijn deze massale zandverplaatsingen nog maar moeilijk voor te stellen, en menselijke bewoning van in deze woestenij al helemaal. Toch werden er in 2009 bij plagwerkzaamheden op het Oud-Reemsterzand talrijke grondsporen en aardewerk van een oude nederzetting gevonden. Na onderzoek bleken het overblijfselen uit de IJzertijd (800 v. Chr.), grondsporen/hutkom uit de Merovingisch-Karolingische tijd (6e – 9e eeuw) en fraaie boerderijplattegronden uit de twaalfde eeuw. Een archeologische hotspot dat kun je wel zeggen, maar het Oud-Reemsterzand heeft de bezoeker ook bovengronds veel te bieden.

In de eerste plaats het weidse karakter en een vrijwel ongestoord zicht op de stuwwal van Oud-Reemst. De elders zo massale opkomst van grove den wordt hier, in tegenstelling tot andere open terreinen, belet door de grote kuddes moeflons die hier het hele jaar rondzwerven en met hun graaspatroon nogal eens voor mooie bonsaivormen zorgen. Voor het kleine in al zijn bijzondere vormen moet u hier op de knieën, want het Oud-Reemsterzand is een korstmossengebied bij uitstek en leefgebied van de zeldzame lentevuurspin, waarvan het opvallend rood gekleurde mannetje vooral in mei is te ontdekken. Zodra op een warme dag in mei de opgewarmde lucht begint te trillen en er met een beetje geluk kuddes moeflons en edelherten over de vlakte trekken, dan is er weinig voor nodig om u op een Oost-Afrikaanse savanne te wanen.

Wilt u de laatste twee reisdoelen zelf gaan bezoeken, dan treft u het. Deze kunt u vanaf mei gaan bewandelen met behulp van een nieuwe route in de IVN routes app. U leest hier meer over in de nieuwsbrief van mei 2021.