De Nieuwe Denktank interviewt Seger van Voorst tot Voorst over de wolf in ‘Gallisch Dorp’ De Hoge Veluwe
De wolf is terug, niet alleen in het Nederlandse natuurlandschap, maar ook in het politieke debat. Een debat dat met ieder nieuwsfeit over de wolf verder lijkt te polariseren.
Dit is een artikel van De Nieuwe Denktank. Lees hier het volledige artikel.
De Nieuwe Denktank wil in dit debat voorbij de waan van de dag kijken. Daarom spreken we met een van de grootste terreinbeheerders van Nederland: Seger van Voorst tot Voorst, directeur van Stichting Nationaal Park de Hoge Veluwe.
Aan de hand van vijf vragen diepen we het wolvendebat verder uit.
Kunt u meer vertellen over uw betrokkenheid en visie als directeur van Nationaal Park De Hoge Veluwe?
‘Het doel van De Hoge Veluwe, is het bereiken van een zo groot mogelijke biodiversiteit’ legt Van Voorst tot Voorst uit. ‘Daarvoor moet gezocht worden naar een goede balans tussen ecologie en economie. Het park wordt gerund als een modern bedrijf, maar zonder winstoogmerk. Natuurbeheer is een dure zaak, maar we willen bewust niet afhankelijk zijn van overheidssubsidies’. Deze afhankelijkheid zou ertoe leiden dat De Hoge Veluwe een speelbal wordt van de politiek en toe zou moeten geven aan grillig of modieus beleid.
Al vanaf het begin wist ik, een wolf in Nederland, dat is foute boel.
Van Voorst tot Voorst beschrijft het park als ‘een gallisch dorp’. ‘We treden iedereen blijmoedig tegemoet, maar laten niet over ons heen lopen’. Zijn visie is dat het park het beste met een zakelijke blik geleid kan worden, met als corebusiness het zo veel mogelijk vergroten van de biodiversiteit. Dat is niet gemakkelijk in een land als Nederland legt hij uit. ‘De hele Veluwe ligt vol met dorpen, wegen en steden. Het is geen ongerepte natuur. Dus er is in Nederland juist ook actief beheer nodig. Iedere vierkante meter van dit land is al een keer omgespit’. Dit beheer omvat ook oogst in de vorm van bomenkap en jacht. ‘Dit zijn geen doelen op zich, maar middelen om ons doel – een grote diversiteit aan flora en fauna – te kunnen bereiken’.
Was is uw visie en ervaring als terreinbeheerder en natuurbeschermer ten aanzien van de wolf?
‘Al vanaf het begin af aan wist ik dat een wolf foute boel betekende’, legt Van Voorst tot Voorst uit. Uit contact met andere terreinbeheerders in Oost-Europa wist hij welke bedreiging een wolf vormde voor een park als De Hoge Veluwe. ‘Een wolf betekent alleen maar ellende in een land als Nederland’. Daarmee wil de directeur niet zeggen dat er geen enkele plaats is voor de wolf, maar de Nederlandse natuur is simpelweg geen geschikte plaats voor het roofdier.
Door De Hoge Veluwe is lang geprobeerd de wolf buiten de deur te houden. Toen in 2018 de eerste wolven zich in Nederland vestigden zijn door het park meteen maatregelen genomen. Wildpassages werden gesloten voor groot wild en de hekken van het park werden in orde gemaakt om wolven te weren. ‘Drie jaar lang werden graafsporen langs de hekken gevonden die erop wezen dat een wolf het park in probeerde te komen’.
De maatregelen mochten echter niet baten. In 2021 werden de hekken doorgeknipt en zo kon een teefje het park in. Gevolgd door een reu. Inmiddels produceerden zij vijf welpen, wat het aantal wolven op De Hoge Veluwe nu op zeven brengt. Volgens Van Voorst tot Voorst dragen milieuactivisten de wolf vooral op handen, omdat het dier jagers overbodig zou kunnen maken. Maar de biodiversiteit is volgens de natuurbeheerder helemaal niet gediend met de komst van de wolf.
Wat zou uw inbreng zijn bij de ‘brede maatschappelijke dialoog’ die Minister Van der Wal wil gaan voeren over de wolf?
Volgens Van Voorst tot Voorst zijn er drie argumenten die pleiten tegen de hervestiging van de wolf in de Nederlandse natuur.
In de eerste plaats vormt de wolf een bedreiging voor de biodiversiteit. De wolf zorgt voor een disbalans in de biodiversiteit van het natuurgebied. ‘Het is een opportunistisch roofdier dat alles pakt wat hij te pakken kan krijgen. Niet alleen grotere dieren, maar ook vogels en kleine zoogdieren.’ Op De Hoge Veluwe heeft de wolf het allereerst gemunt op de moeflon. De moeflon eet echter grove den. Met als gevolg dat zonder deze schapensoort de heide overwoekert wordt en het natuurgebied juist biodiversiteit verliest. Van Voorst tot Voorst verwacht dan ook dat de wolf bij zal dragen aan een vermindering van de biodiversiteit, omdat het roofdier het ecosysteem verstoort.
Ten tweede is de wolf een bedreiging voor het Nederlandse vee. Steeds vaker komt er nieuws naar buiten over doodgebeten schapen. ‘De schuld wordt bij de boeren gelegd, die dan hun hek maar moeten verhogen’. De overheid heeft zich nu ingedekt door hekken deels te vergoeden en voor het schaap te betalen. ‘Maar dat willen boeren niet. Ze willen geen geld. Veehouders willen hun bedrijf op een prettige en veilige manier kunnen runnen’. De vele doodgebeten en halfdode dieren raken de boeren en was onlangs ook aanleiding voor het schrijven van een brandbrief door veeartsen.
Het derde argument tegen de wolf in Nederland betreft de openbare orde en veiligheid. Er zijn nu al mensen die niet meer in het park durven te komen, omdat ze bang zijn voor de wolf. De discussie over de wolf zorgt ook voor agressie. Van Voorst tot Voorst wilde wel meewerken aan het met paintballpistolen beschieten van de wolf, maar niet door eigen personeel. ‘Ik wil mijn personeel niet blootstellen aan de reacties die dat maatschappelijk op zou roepen’. De wolf zorgt dus ook voor maatschappelijke onrust. ‘Als een wolf straks mensen gaat bijten, ligt het bij de burgemeester op zijn bord die als laatste middel een noodbevel uit kan vaardigen voor afschot, maar dan is het al te laat’.
Hoe kijkt u in het verlengde hiervan naar het maatschappelijk debat over de wolf waar nu ook De Hoge Veluwe in mee wordt getrokken?
‘Het maatschappelijk debat verhardt en is totaal gepolariseerd en daarmee verworden tot een tegenstelling tussen stad en platteland’. Het zijn vooral opiniemakers in de grote steden die de wolf wel zien zitten. Vervolgens zitten de mensen op het platteland met de schade en overlast. ‘Dit is een volgende breuklijn tussen de Randstad en de provincie’. Van Voorst tot Voorst ziet daarnaast ook dat er veel mensen zich opwerpen als ‘wolvenexpert’, een ‘beetje hetzelfde als de achttienmiljoen voetbalcoaches die Nederland rijk is tijdens het WK voetbal’.
Wanneer er discussie wordt gevoerd over de wolf en de bedreiging die het roofdier vormt voor biodiversiteit, veiligheid en vee, zitten er te weinig écht betrokkenen aan tafel.
De provincies durven volgens Van Voorst tot Voorst niet in te grijpen uit angst voor milieuactivisten en felle reacties uit die hoek. ‘Wanneer er discussie wordt gevoerd over de wolf en de bedreiging die het roofdier vormt voor biodiversiteit, veiligheid en vee, zitten er te weinig écht betrokkenen aan tafel’. Er praten teveel mensen mee die geen enkele rol spelen op het gebied van terrein- en natuurbeheer volgens de directeur van De Hoge Veluwe en er niet de verantwoordelijkheid voor dragen.
Van Voorst tot Voorst is niet van mening dat er geen enkele plaats is voor de wolf. ‘De wolf kán ook juist bijdragen aan biodiversiteit, maar niet in Vlaanderen en Nederland’. De natuurgebieden hier zijn té klein en het land is té druk. ‘Een roofdier is simpelweg een gevaar voor mensen in zo’n klein leefgebied’. Als gevolg hiervan worden er nu ook steeds meer natuurgebieden afgesloten voor mensen, zodat de wolf meer bewegingsvrijheid krijgt. ‘Dat is doodzonde waar het gaat om het voor zoveel mogelijk mensen mogelijk maken om te genieten van de natuur’.
Wat is uw advies voor De Nieuwe Denktank voor ons werk op het gebied van natuur en stikstof?
‘Het is belangrijk om in de maatschappelijke discussie aan feitenonderzoek te doen. In de pers en politiek gaat het weinig om de inhoud’, betoogt Van Voorst tot Voorst. ‘Er is juist behoefte aan een groep die zich inzet voor inhoudelijke vulling van het debat’. Dat is een mooie taak voor De Nieuwe Denktank. ‘De lading van het stikstofdebat is negatief en vooral beschuldigend richting boeren’. Een focus op de inhoud kan dat helpen doorbreken volgens Van Voorst tot Voorst.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen iemand die er écht verantwoordelijkheid draagt en mensen die ook maar een mening hebben.
‘Over zaken zoals natuur en stikstof zijn er, net als bij de wolf, allerhande meningen. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen iemand die er écht verantwoordelijkheid draagt en mensen die ook maar een mening hebben.’ Het gat dat DND volgens Van Voorst tot Voorst kan vullen is het praten met de mensen die écht de verantwoordelijkheid dragen. ‘Praat met de mensen die het écht aangaat. Waar het om natuur en stikstof gaat, moet je praten met de terreinbeheerders en bewindspersonen, niet met alle actiegroepen. Die laatste groepen hebben ook vooral hun eigen belang voor ogen en dat moet je inzichtelijk maken’.
‘Doordat allerlei mensen zonder verstand van zaken het beleid beïnvloeden verliezen mensen het vertrouwen in de politiek’. Daarmee wordt het vertrouwen in de overheid ondergraven. Een focus op de inhoud zal dat kunnen doorbreken’, en daar ligt wat Van Voorst tot Voorst betreft dé taak voor De Nieuwe Denktank.