Nieuws van boswachter Henk Ruseler: januari
De regen klettert tegen de ruiten van mijn werkkamer, het is 29 december en de klok tikt door. Vandaag ben ik achter mijn pc gaan zitten om de maandelijkse bijdrage aan De Hoge Veluwe nieuwsbrief te schrijven, sinds mijn ziekte en de noodzakelijke stap terug, een bezigheid waar ik veel plezier aan beleef. De fysieke ongemakken daargelaten, gaat het goed met mij en net als voorgaande jaren ga ik niet gebukt onder een winterdip.
Maar vandaag heerst evenwel rusteloosheid in mijn hoofd, voor het eerst sinds jaren priemt het witte licht van een bijna dertig minuten geleden geopend Word-document in mijn ogen zonder dat er een regel op het scherm verschijnt; ik heb een writer’s block!
Zal ik schrijven over de omvangrijke vluchten houtduiven die vandaag om de flat zwieren en af en toe en masse neerstrijken in de toppen van Douglassparren; honderden noorderlingen op de vlucht voor winterse koude? Of vertel ik over de onfortuinlijke merelman, die ik gisteren tijdens een korte wandeling, ijselijk kwetterend zijn laatste vlucht zag maken in de klauwen van een sperwervrouw? Eten en gegeten worden, een driehonderdvijfenzestig dagen geldende ecologische wetmatigheid, die tegenwoordig ook voor onze grote wilde hoefdieren geldt.
Mismoedig staar ik naar buiten, de buien zijn onderwijl naar het noordoosten weggetrokken, de lichtjes in mijn onvervalste scharrelkerstboom weerschijnen in de ruit van mijn werkkamer, schielijk verandert de bosrand van een gerimpeld silhouet tot een zwart gat en de klok tikt door. Ik grijp naar een uiterste redmiddel: ik deel graag een in 2012 door mij geschreven column voor de krant. Derhalve geen primeur dit keer, echter gezien de tijd van het jaar niet minder actueel.
“Then nightly sings the staring owl, Tu-whit; Tu-who, a merry note, While greasy Joan doth keel the pot.”
Deze roep van de bosuil beschreef Shakespeare in één van zijn eerste komische toneelstukken, Love’s Labour’s Lost. En wie aan de rand van een bos, park of in mijn geval, middenin De Hoge Veluwe woont, heeft hem vast alweer gehoord. Een langgerekt, soms bibberend ’hoeoeoe, hoe hoe hoe, hoeoeoeoe’ van de mannetjes-bosuil, daarop gevolgd door het scherpe ’kewiek’ van het wijfje.
Je kunt ze het hele jaar wel horen, maar nu deze ‘vogel van de duisternis’ weer op het vrijerspad gaat, hoor je hem vaker en fanatieker. Echt in het donker naar partner zoeken hoeven de bosuilen meestal niet, ze kennen namelijk een levenslange monogame relatie.
Maar toch, het blijft raadzaam je partner enkele malen per jaar te laten weten dat je hem of haar nog ziet zitten. In oktober en november deden de bosuilen die verklaring al eerder. Deze zogenaamde schijn- of herfstbalts wordt vaak door jonge vogels gebruikt om hun eerste partner te vinden, of juist een nieuwe liefde wanneer je als bosuil-weduwe of -weduwnaar in het territorium bent achtergebleven.
In december is het paartje stil, om in januari weer luidruchtig te worden. Het wijfje maakt nu de keuze voor een nestholte en laat zich door haar man niet alleen het hof maken, maar ook met steeds grotere regelmaat in het nest voeren. Ruim voor de leg begint, verstopt zij zich daar en laat zich verwennen met menig muis of vogel. Naar het schijnt kan ze met haar rol als zorgbehoevende eega opmaken hoe het met de voedselsituatie in het territorium is gesteld. In milde winters, waar deze op gaat lijken, begint het wijfje al in februari met de leg en bij ruime aanvoer van prooi legt zij vier witte en bijna ronde eieren. In slechte jaren worden minder of zelfs geen eieren gelegd.
Vanwege zijn leven in de duisternis zie je, ondanks de vijf- à zesduizend broedparen in Nederland, waarvan zeker vijftien paar in Het Nationale Park De Hoge Veluwe, maar weinig van de bosuil. Horen kan je hem des te meer, en niet alleen in een theaterstuk van Shakespeare of het bos. Bekijk maar eens een spannende film. Ook al gebeurt er nog geen snars, wanneer de regisseur onder een nachtelijke scène de roep van de bosuil heeft geplaatst, zit je op het puntje van je stoel.
Drieënveertig regels telt mijn Word-document nu, ik kan afsluiten! Maar niet voordat mijn wens voor een gezond en voorspoedig 2023 is toegevoegd. Geniet van elk moment, luister naar elkaar, heb begrip voor de standpunten van anderen en trek geregeld de natuur in. Dat in het rijtje van goede voornemens een bezoek aan ons mooie Nationale Park De Hoge Veluwe niet mag ontbreken, spreekt voor zich.