Achter de schermen: Joris Swennenhuis over zijn werk als portier

Vrijdag 07 juni 2024

Joris Swennenhuis begon bij het Park als hulp tijdens de Hoge Veluwe Loop. Wie nu het Park bezoekt, heeft een goede kans de Hoenderloo’er aan te treffen in de portiersloge. Altijd met een glimlach op zijn gezicht om bezoekers een onvergetelijke dag te bezorgen.

Joris’ ouders hadden altijd een Jaarkaart voor het Park. Vandaar dat veel van zijn jeugdherinneringen zich in het Park afspelen. Joris: ‘Picknicken met opa en oma, vissen op karpers. Die zaten bij de Jachthuis vijver toen nog in overvloed, we vingen ze soms gewoon met de hand.’ Op zijn zestiende solliciteerde hij als kaartcontroleur, maar tot zijn spijt was hij te laat; er waren er al genoeg aangenomen. Tot Monique Kokke, Hoofd Bezoekersmanagement, hem belde in de zomer. Joris: ‘Haha ik weet het nog goed. Of ik ook banden kon plakken vroeg ze. Nou ja, dat kan ik wel.’ En zo werd Joris leerling fietsenmaker in het Park; banden plakken, huurfietsen uitgeven en innemen, dat soort dingen. De zomer ging voorbij en het jaar erop werd Joris kaartcontroleur, later avondportier en nog weer later ‘gewoon’ portier. Inmiddels werkt Joris al 15 jaar in het Park en is hij multi-inzetbaar. Hij werkt als portier, bij de balie in het Museonder en bij de receptie van het kantoorgebouw aan de Apeldoornseweg.

Een dag als portier begint als Joris op de fiets of motor naar een van de ingangen rijdt. Joris: ‘Dan is het alles opstarten, koffiezetten, mails lezen, de website van het Park checken. En om acht uur gaat de wekker op mijn telefoon. Dat is het moment dat ik de poort open en bezoekers naar binnen mogen. Vaak staan er ook al mensen te wachten.’ In het hoogseizoen doet Joris ook al voorbereidend werk voor de kaartcontroleurs, die later beginnen. ‘En de lijst met bezoekerspassen (aangemelde bezoekers) uitprinten, kijken of ik groepen kan verwachten, wat die groepen gaan doen en waar ik rekening mee moet houden.’

Waarom hij zijn werk zo leuk vindt? ‘Of ik nou bij een ingang zit of bij de receptie, iedereen die je ziet is anders, iedereen wil iets anders. De meeste bezoekers hebben een vakantie-achtige stemming en hebben zin in de dag, dat zorgt voor een fijne sfeer. Als je dan vertelt dat je hier veel meer kunt doen dan door het bos wandelen, dan kun je mensen aangenaam verrassen en ze een heel andere dag voorschotelen dan ze verwachtten. Zeker als het gaat om het verhaal van de Kröller-Müllers en alles wat we qua cultuur en kunst te bieden hebben.’

Een enkele keer komt een bezoeker op weg naar huis nog eens naar het portiershuisje. Joris: ‘Gewoon om te zeggen wat een fijne dag ze hebben gehad. Ik had een keer een gezin dat een cadeautje kwam brengen dat ze zelf hadden geknutseld. Uit dankbaarheid. Dat is toch geweldig!

Heeft Joris zelf een favoriete plek in het Park? ‘Natuurlijk. Het Jachthuis Sint Hubertus en de directe omgeving. Daar stuur ik altijd bezoekers naar toe. Het is gewoon een heel gaaf gebouw. Ook met die vijver erbij. Afgelopen winter ben ik ook naar de heidebeek gaan kijken bij het Deelense Veld. Dat is net zo geweldig. En Siberië, een oud bos met hoge grove dennen. Dat is zo prachtig... Eigenlijk is één plek in het Park noemen ondoenlijk.’