Op trektocht

Donderdag 03 oktober 2024

Voor vogelliefhebbers is de herfst een bijzondere periode. Dan zijn er in het Park vogels die je doorgaans alleen in de winter ziet, en soorten die er juist in de zomer verblijven. Ook strijken er zeldzame vogels neer die uitsluitend tijdens de trek waar te nemen zijn.

Het Nationale Park De Hoge Veluwe is elk jaar een pleisterplaats voor veel soorten. Bijvoorbeeld voor de steppekiekendief en de kraanvogel, maar ook voor kleinere soorten als de fitis en het paapje. Roofvogels vliegen vaak wat eerder over dan zangvogels.

Een opvallende gast dit jaar was de roodpootvalk. De trekroute van deze en sommige andere (roof)vogels ligt normaliter meer oostwaarts, maar door een sterke oostenwind werden ze naar het westen geblazen.

Zomergasten en wintergasten

Zomergasten zoals de grauwe klauwier en de draaihals broeden in het Park en vertrekken daarna naar het zuiden. Door het koudere weer in het najaar en in de winter zijn er te weinig insecten voor deze vogels in onze omgeving. Bij veel soorten, zoals de koekoek, vliegen de volwassenen eerst weg en volgen de jongen later. Die moeten eerst nog wat aansterken voordat ze de verre reis aanvaarden.

Wintergasten broeden in noordelijker en oostelijker gelegen gebieden en komen naar het Park om te eten. Ze vinden er open plekken, die ze nodig hebben voor hun veiligheid. In open terrein zien ze hun vijanden beter. Voorbeelden van wintergasten in het Park zijn de klapekster en de blauwe kiekendief.

Pleisterplaats

Ook de tapuit deed het Park dit jaar aan. Deze vogel broedt er niet (meer), maar maakte een tussenstop om te eten. De open gebieden zijn voor deze vogel aantrekkelijk omdat hij hier gemakkelijk insecten kan vinden. Dat geldt ook voor de bruine en de blauwe kiekendief, die graag in het Deelense Veld neerstrijken om bijvoorbeeld muizen te eten en de nacht door te brengen.

Zelf waarnemen?

De komende weken heeft u nog kans om roofvogels en zangvogels waar te nemen. Om roofvogels te observeren zijn zonnige en windstille dagen het best, vooral tegen het eind van de ochtend. Roofvogels maken geen geluid, ze zijn alleen visueel waar te nemen. Kijk dus omhoog om roofvogels te zien. Ze vliegen alleen of in een groep.

Zangvogels maken zogenoemde trekroepjes. Wie deze geluiden eenmaal herkent, heeft grote kans om ze te zien. Zangvogels vliegen meestal in een groep. Er zijn ook menggroepjes: verschillende soorten in één groep. Dit gebeurt vaak bij mezen. Meerdere soorten mezen, tjiftjaffen, fitissen, vuur- en goudhaantjes en soms een zeldzamere verschijning trekken dan samen op. Hoort u tijdens de trek dus een groepje mezen, kijk dan of er niet ook een of meer andere soorten tussen zitten.

Op de site waarneming.nl zijn trekroepjes te horen. Zoek daarvoor naar een bepaalde vogel, kies het tabblad Geluiden en filter bij Type op trekroep.

Foto’s: Tijmen Majoor